Wie klimaat zegt, zegt energie en wie klimaatneutraal zegt,
zegt minder energiegebruik en andere energieopwekking. In deze ene zin kun je
de ambitie van de gemeente Renkum samenvatten om uiterlijk in 2040 klimaatneutraal
te zijn. Maar daarmee begint eigenlijk pas de discussie. Want hoe ver kunnen we
komen met besparing? En hoe ziet een klimaatneutrale energievoorziening eruit?
Laten we onszelf niet bedotten, het is nog een hele klus om
binnen onze gemeentegrenzen de opwekking en het gebruik van energie gelijk te
trekken. Neem ons eigen huis. Daar hoeven we in het eerste jaar dat het dak vol
zonnepanelen ligt nog nauwelijks stroom bij te kopen. Maar de gasmeter draait
nog altijd de verkeerde kant op. Om die op nul te krijgen, moet er nog veel
gebeuren. En kom daar maar eens mee aan bij de woningcorporatie. Ik denk dat er
maar weinig gebouwen zijn in Renkum die geen energie meer nodig hebben, laat
staan dat ze energie opwekken. Voor het vervoer ben ik een modelburger – ik
vervoer me voor zo’n 90% van de kilometers per fiets en trein. Maar een aantal
bestemmingen is alleen met de auto redelijk bereikbaar. Kortom, als
energiebewuste burger stoot ik aardig wat CO2 uit.
En wat voor een huishouden geldt, geldt ook voor de gemeente
als geheel. We dragen flink bij aan de klimaatverandering en zullen dat, zelfs met
energiebewust beleid voorlopig blijven doen.
Er zijn rigoureuze stappen nodig. We zullen bijvoorbeeld vol
aan de bak moeten om de warmtevraag van de gebouwen te beperken. Overgang naar
geheel-elektrisch maakt grote stappen voorwaarts gemakkelijker, bijvoorbeeld
met warmtepompen in plaats van hr-gasketels. Nieuwe huizen kunnen we nu al
zonder gasaansluiting en met een negatieve energierekening bouwen. En ook veel
bestaande woningen kunnen nog ver terug in hun energiegebruik. En schoon
vervoer met een minimum aan CO2-uitstoot? Wederom biedt
elektrificatie de oplossing dichterbij. De energievraag zal dan dus omhoog
gaan.
We kunnen alleen in de richting van klimaatneutraal kunnen
komen als we meer doen dan de optelsom van de individuele burgers. Niet alleen
allemaal panelen op ons eigen dak, maar alle bruikbare daken gebruiken om ook
mensen zonder geschikt dak te voorzien van zonne-energie. Maar ook dan zijn we
er nog niet – het totaal beschikbare dakoppervlak voor zon schiet tekort als we
de totale vraag willen dekken. We ontkomen niet aan collectieve opwekking van
schone energie met een bron die werkelijk zoden aan de dijk zet, Kortom, als
Renkum werkelijk een klimaatneutrale gemeente wil worden, ontkomt ze niet aan een
of meer windmolens binnen de gemeentegrens.
En nu het mooiste van het verhaal. Als we een ‘eigen’
Renkumse molen hebben, hoeven we ons geld niet langer uit te geven aan
energiebedrijven met aandeelhouders en hoofdkantoren ver buiten onze mooie
gemeente. Een mooi voorbeeld is de dorpsmolen in het Frieze Reduzum, waar de
bewoners eigenaars zijn en de opbrengst onder andere hebben besteed aan een
dorpscentrum, scholen, openbare-ledverlichting, sportvoorzieningen (http://www.reduzum.com/scripts/getfile.php?id=42537). Ook wij kunnen
het uitgespaarde geld besteden binnen de Renkumse gemeentegrenzen, in onze
eigen winkels, of aan zwembaden kinderopvang, bejaarden- en thuiszorg,
sportvoorzieningen of aan verdere verbeteringen van onze huizen. Een eigen
molen is meer dan een lelijk ding dat voor stroom zorgt. In Reduzum zorgt het
al twintig jaar voor saamhorigheid.
Mijn inleg voor een Renkumse molen ligt te wachten.
Jos van der Schot, lid klimaatwerkgroep GroenLinks Renkum en
Rijn & IJssel Energie Coƶperatie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten